|
We bezochten een showroom met tandartsinstrumenten. Zou zij een luxe Duitse, of een wat goedkopere Finse behandelstoel kopen? De unit met zwiepboren ernaast was bovendien geschikter voor haar kleine lijf, glom zij. Het metaal schitterde. Het röntgenapparaat leek van elastiek. Een supersterilisator zou er met korting bijgeleverd kunnen worden. Vijgje lachte breed toen zij aan de kop van zo'n stoel stond en haar kleine handen geroutineerd naar de boren gingen.
We liepen nog even een zaak voor bankstellen binnen.
We zakten weg op een crème bank, die in een carré stond met een glazen tafeltje in het midden. Die vond zij veel mooier dan het rode bankgeweld ernaast. Van de winkelier kregen we plastic bekertjes koffie.
"Waarom koop jij niet zo'n mooi bankstel?" vroeg zij, nog comfortabeler wegzakkend.
"Met een gezin is dat heel leuk", watertandde ik. Ik zag onze beide kinderen, uit school, er al hangen. Televisie aan. Cool.
"Ook als je alleen woont is dat mooi", zei ze.
"Als je wilt dat we samenwerken", ginnegapte ik, 's avonds aan de lijn, "dan stel ik voor dat we samen deze banken kopen voor onze huiskamer."
"Dat wil ik niet", antwoordde zij.
"Dan moeten we een andere oplossing bedenken", zei ik. De herinnering aan ons laatste afscheid, bij de tramhalte op het donkere Weeteringcircuit, overviel me. Ze was nogal zuinig met zoenen geweest.
"Welke dan?", vroeg zij.
"We zouden kunnen trouwen", opperde ik. "Maar apart wonen, met aparte bankstellen."
"Je gelooft toch niet in bureaucratie?"
Plotseling vreesde ik dat zij een portret van Tugrul, de eerste man, in haar nieuw ingerichte huiskamer zou hangen.
Zij stond op. Ik hees me uit de kussens en keek haar aan. Zij wendde zich om en langs okeren, lila en omberlederen bankstellen zigzagden wij naar de deur.
Terwijl we de kou weer indraaiden, zag ik door het glas haar starende gezicht: de lippenstift vervaagd, strak, maar zonder tranen.
Mijn god, pijnigde ik me thuis in bed. Waarom heb ik het zo op die vrouw? Ik droomde van Marjolijn, een meisje uit onze lyceumklas. Echt positief-tuttig was zij, met gedistingeerde, blonde pony en een witte kraagje op haar vestje. Zij daagde me uit. Zij daagde alle jongens uit. Ik hielp haar met haar huiswerk. Slijm parelde onder haar rok vandaan. Maar toen ik haar probeerde aan te raken dansde zij weg. Ik rende haar achterna, maar zij viel flauw. Was ik maar sneller geweest! Dan had ik haar, in al haar frisse tuttigheid, kunnen redden.
Ik lachte tevreden.
"Wat lach je?"
"Ik speelde detective en vond een meisje in een kuil." Ik zoende haar. "Weet je wat?", ging ik verder. "We kopen een derde huisje, een klein. Daarin zetten we een groot bankstel, in een leefkuil voor ons allemaal. Eéns in het jaar gaan we daar met zijn vieren tv kijken en hangen."
"Vind jij het wel een leuk idee?" vroeg ik, toen ik haar uitnodigde om samen op het Centraal Station te gaan eten, om onze eerste relatieverjaardag te gaan vieren.
"Natúúrlijk vind ik heel leuk om samen met mijn schatje uit eten gaan", antwoordde zij.
We zaten in het ouderwetse art déco interieur aan hetzelfde tafeltje als een jaar geleden. Nu met salade en paddestoelen op de borden.
"We zijn een stuk dichterbij bij elkaar gekomen, in dit jaar, Vind je niet?", vroeg ik nonchalant. Zij bevestigde het lachend.
We hieven het glas op het volgende jaar. We knuffelden nog even aan het tafeltje waar we elkaar ontmoet hadden en zij verzekerde mij nog eens dat ze in de eerste maanden niet meer van mij gehouden had dan nu. "We hadden een moeilijk, maar succesvol jaar gehad. In Antalya, herinnerde zij zich triomfantelijk, had haar nicht eens tegen haar gezegd dat het voor haar onmogelijk zou zijn het Nederlandse diploma te halen. En zie eens...! "Mijn vertek naar Europa was een vlucht", zei ze.
"Maar het is op een overwinning uitgedraaid."
"Dat heb ik gewild hoor. Dat is heel leuk."
"Laten we een samenwerkingsplan maken voor je praktijk", zei ik. "Ik verzorg jouw communicatie en reclame."
|