Hij dacht dat Vijgjes houding nu, tegenover mij, voortkwam uit haar concentratie op het verleden. "Doe niets", zei hij nogmaals. "Dan stapt zij vanzelf weer uit die wolk, naar je toe." Ik voelde me bij hem op mijn gemak, hij had dezelfde, mijn politieke oriëntatie. Ik nam me voor zijn raad te volgen.
Waarom ga je trouwens niet in de politiek, vroeg ik hem.
"Je zou een groene partij kunnen oprichten." Hij vond het een mooi idee van me, maar aarzelde.
"Niemand van onze familie zit in de politiek", schrok hij terug.
Wat de meelfabrikant betreft, ik meende hem soms op straat te zien, wanneer eeen man in kostuum zijn oog even op mijn vriendin liet vallen. Had zij, na haar scheiding in Nederland, in een reflex weer zo'n rijke meelfabrikant gezocht? Dan had ik nu de eer gehad de rol van de meelfabrikant te spelen.
Ik troostte mij met een flink glas ijskoude boza, een drank van gegiste maïs die goede herinneringen bij me opriep aan de gezellige Balkandorpen.
We persten al haar Turkse spullen in het bagageruim en op het dak van de auto. De cehiz zat in een gigantische, zwart-witte tas op wielen, speciaal hiervoor op de bazar gekocht, die ik inek noemde: koe.
Toch liet ik me in het vliegtuig nog een kleine provocatie ontglippen.
"Ik ga in Nederland een vrouw zoeken", zei ik.
Zij keek me verwonderd aan.
"Maar jij kunt het ook zijn", vervolgde ik zachtjes. "Wil je dat?"
Zij keek mij aan, maar keek zwijgend naar de stoelleuning voor haar.
De steward kwam langs met een lunch die je kon kopen.
Zij neigde haar hoofd tegen mijn schouder. Haar haar tintelde langs mijn wang en ik zette het frisse lucht-sissertje in werking, om niet te smelten.
Moest ik nu ophouden?
"Niet maak zorg!", zei ze bij de deur, toen ik geholpen had de acht koffers met jeugdherinneringen, via de lift, bij haar af te leveren. Die hadden we nu toch mooi in Zaandam gekregen, zelfs haar cehiz. Die huwelijksuitzet zat in de Friese zwartbonte. Samen haalden we de dikke Turkse vulling uit de buik van het rund: pannelappen met initialen, door oma's geborduurde lakens en slopen, theedoeken en ook brieven, foto's en schoolrapporten. De grote kamer lag er nu vol mee. Vijgje kuste me.
"Maar nu geduld, lieverd", zei ze, "mijn eindexamen komt en dan moet ik alleen zijn."
Ik zat thuis en at chocolade, terwijl ik Turkse woordjes leerde en haar brieven in die taal stuurde. Ik paste er wel voor op haar niet elke dag te bellen. Door geduld kon ik nu mijn eigen, aparte soort van Tarzankracht laten zien. In mijn dagboek probeerde ik te begrijpen waarom zij mij in Antalya steeds met de naam van de zeeman genoemd had. Ik mailde haar dat dit misschien kwam omdat haar moeder graag gezien had dat híj met haar op bezoek was geweest en Vijgje zich met haar moeder vereenzelvigde. Daar ging mijn vriendin niet op in.
Ik kwam, vroeg in de ochtend, bij haar langs. Zo vroeg dat de bus nog niet reed en ik het hele eind moest fietsen door lege straten. Zonder een mens die me de weg kon wijzen. Ik voelde me de opkomende zon: daarmee kon ik haar onmogelijk, verzekerde ik mezelf, storen bij haar studie. Zeker als ik niet te lang zou blijven.
Vijgje deed me stralend open, rook aan mijn zweet en vroeg of ik eerst even onder de douche wilde. Ze had haar haar een beetje meer geblondeerd. Het deed afbreuk aan haar als Seldzjoekenvrouw vond ik. Eigenlijk had zij dat wel eens met mij mogen overleggen. Maar zij voelde zich er geloof ik beschaafder mee op haar nieuwe werk, in de tandartsenpraktijk. Waar zij nu paar dagen per week mocht werken.
We vreeën. Zij verborg haar gezicht in mijn borst. "Kom dichter bij me schat", hoorde ik mijn mond. Ik leefde mij uit. Wij lagen met onze hoofden aan het voeteneinde, want ik wilde niet in een positie liggen waarin haar ex misschien ook met haar in dat bed gelegen had. Zij lachte om die gevoeligheid van mij. Maar vergiste ik mij nu: was zij nu wel echt lekker klaargekomen? In de spiegel aan haar hoofdeinde bekeek ik haar tevreden gezicht. Die spotte dat ik er echt hélemaal gerust op kon zijn. En bleef dat doen toen Vijgje me antwoordde dat het wel zo was: "Natuurlijk."
Ik draaide de luxaflexgordijnen van haar huiskamer open.
Ik gaf haar een goudverpakte fles wijn, een cadeautje, omdat we nu een halfjaar samen waren.
"Die drinken we samen op als ik mijn diploma heb", zei Vijgje en bracht hem naar de ijskast.
Wij ontbeten in de zonnestralen die via de hoogste takken van esdoorns haar huis binnenvlogen. Er stond een ingelijste foto van mij tussen die van haarzelf op het kastje, midden in de kamer. "Mijn partner", wees zij glimlachend. Dat was ik. Zij kwam nog even op schoot zitten. Ik was trots en ontspannen.
Ik zette haar op de grond en wees met spijtogen in de richting van de kapstok. "Jammer dat je nu al weg moet", zei zij.
Het was Hemelvaartsdag.
Mahmud, vertelde ze de volgende dag, moest toch maar op zijn oude school blijven. Ook al had hij vijf onvoldoendes op zijn rapport en zou hij nu van de gymnasium naar het VMBO moeten. Hij wilde het nu eenmaal zo. Ze zuchtte.
Toen kwam de spannendste weken voor het eindexamen. Paro, ortho, functieleer, management, pedo, endo. Zeven examens in twee weken. Ik wist, na het examen zou de ontknoping komen. Daar wilde ik op wachten. En haar maar niet lastig vallen met dramatische gesprekken waarin ik haar voor de keuze stelde.
"Ik sta achter je", zei ik. "Ik duim voor je."
|