Ik verweet het mijzelf. Kon ik niet eens aan iets anders denken dan aan Vijgje? Of moest ik haar op goed geluk een ultimatum stellen zodat er òf een einde aan kwam, òf een flinke stap vooruit?
De volgende dag belde zij mij.
"Ik ben een beetje in de war", meldde ik, "van het gesprek van gisteravond. Dat je je grenzen zo strak legt."
" Daar kan ik nu niet over praten", zei zij luid, "voor het examen."
"Ja, dat begrijp ik."
"Dat vind ik niet leuk!" riep zij nog eens.
"Oké", zwichtte ik, "maar hoe was de bespreking van je scriptie?"
Ik e-mailde haar ongerust en verbaasd ontving ik de volgende ochtend een uitgebreid antwoord, in zuiver Vijgiaans. "Veel kus", stond erboven. Vrijheid vond zij belangrijk, haar droom van een intellectuele partner had zij in mij gevonden en ik moest niet duwen en me vooral ook geen zorgen maken. Onze liefde kon later gaan bloeien.
Als een Siberische tijger bewoog ik door de kamer. Ik zong tegen mijn dochter terwijl ik de afwas deed. Een vrolijk stofje stroomde door mijn aderen. Ja, dat is misschien Vijgjes bedoeling, realiseerde ik me. Maar wat gebeurt er na het afstuderen? Wanneer zij buiten mijn hulp kan?
Zij kon mij weer dumpen of kort houden. In dat geval zou ik geluidloos en op slag uit haar wereld verdwijnen en emigreren naar een andere vrouw.
Wij hadden een ingewikkelde Engelse tekst over kunstgebitten vertaald. In de studiezaal glansde het oppervlak van haar bureau. Het was avond, maar het licht blonk alsof de zomer van geen duisternis wilde weten.
"Ik heb je nu de afgelopen tijd beter leren kennen", oordeelde zij, vanuit haar syllabushoek van de nieuwe bank. "En ik vind jou heel goed. Je bent nu aantal keren twee, drie dagen gekomen en het is echt fijn. Vind je ook niet?"
"Ja", antwoordde ik vanzelfsprekend, " je bent een magische vrouw."
Zij pakte het scriptie van de glazen tafel en las voor: "Thermomechanische condensatie bij wortelkanaalvullingen wordt als vulling van heel goede kwaliteit op de röntgenfoto's afgebeeld, vooral voor het apicale deel van het wortelkanaal."
Zij lachte, zwaaiend met de papieren. "Heb ìk dat geschreven?"
Ik voelde mij als een student die voor een moeilijk tentamen geslaagd is en zijn studie mag voortzetten. Het zou niet in me opgekomen zijn om tandheelkunde te studeren, maar nu zij het deed stak ik er graag mijn neus in, alsof in al die onderzoeken haar hart verstopt was. Ook de geluiden van haar docent over het scriptie klonken steeds positiever.
Ze verdween even en kwam weer binnen in een mooi gebloemde rok, stralend. Ze draaide heilige Derwisjenmuziek, uit Konya. De lievelingsmuziek van haar moeder, die ze vroeger thuis zo vaak te horen kreeg. Wij pakten elkaar bij de hand en draaiden als dolle derwisjen naast de computer. Zulke muziek had ik nog niet eerder gehoord.
"Ik houd van je", zei zij zacht, toen wij halfduizelig met de koppen tegen elkaar uitpuften.
"Yatakten?" vroeg ik: naar bed?
In de slaapkamer bukte zij zich toen zij haar haarborstel pakte en haar borsten reikten vrij voorover. Ze trok een rood lingerielijfje aan, dat helder contrasteerde met haar donkere haar.
De volgende morgen vond zij wel dat ik 's avonds, voor het vrijen, had moeten douchen.
'Twee keer per dag dus?" schrok ik.
Zij glimlachte. Ik begreep dat douchen een kunst was, die ik moest aanvoelen, vanuit haar fijne behoefte. Trouwens ook deodorant in de oksels spuiten, iets waar ik al sinds het bestaan van dat spul een hekel aan heb. Volgens mij is het een opgedrongen behoefte. Want als je van iemand houdt, lust je hem rauw. En laat je je geen zweetdruppetje ontgaan.
Bijna zei ik: "Ja mevrouw", vanuit een oprecht verlangen me aan haar aan te passen. Zodat ik het haar echt, echt, echt naar de zin maakte. Een volgende maal spoot zij mij, voor we gingen vrijgen, deodorant op de oksels en op mijn hoofd en ik protesteerde niet. Wanneer zouden haar twee pagaaien weer eens praten? Ik verlangde er vurig naar, maar verder dan me voor te stellen hoe zij voor zichzelf in de badkamer oefende kwam ik niet. Dáár liet zij ze vliegen en kwetteren. Waarom niet meer in de slaapkamer, zoals de eerste keer, toen de geheime kamer in een heerlijke volière veranderde? Erom vragen kon ik niet. Dat zou de magie verbreken en zouden haar borsten misschien wel kwetteren, maar niet vliegen.
|