We waren levend uit de tunnel, droomde ik bij de bushalte vrolijk, en we waren wonder boven wonder toch weer bij elkaar. Dus het was waar geweest, wat zij eens gezegd had? Dat na de grote serie examens onze relatie pas echt begon? Had zij mij dan niet bedrogen, maar de toekomst goed voorspeld, alleen langs een moeilijker weg dan die ik mij voorgesteld had?
In trance toonde ik de buschauffeur van lijn 62 mijn strippenkaart en op mijn zitplaats droomde ik dat ik Kemal Atatürk was en Vijgje de Antalyase secretaresse die zijn mannenharten brekende vriendin werd en dat ik, Atatürk, daarop de Grieken met één handveeg de zee injoeg, terwijl ik van onder mijn militaire muts en snor uitriep: Vatan ve Sevgi! Op voor het Vaderland en de Liefde!
In de opwinding was ik er nog niet aan toegekomen haar kritiek bij het eerste hoofdstuk van dit verhaal te bekijken. Haar aandeel in het zoeken naar de waarheid. Ik maakte de grote envelop open, die zij mij gebracht had. Op de heerlijkste middag van mijn leven.
Zij vond mijn beschuldigingen echt afschuwelijk.
Dat zij mij had willen gebruiken, belachelijk! Vooral dat het haar om geld gegaan zou hebben, vond zij een misselijke belediging.
"Jij maak afschuwelijke hoer van mij. Ik heb niet gevraagd wilde jij mijn mobieltje betalen!", riep zij boos. Ook had zij niet gezegd dat zij niet van gierige mannen hield. Het geld zou zij mij binnenkort terugbetalen. Nooit had zij een plan beraamd om mij te gebruiken. Zij had mij zoveel terug gegeven! Zij had mij haar familie in Turkije laten zien. Ze was trots geweest op mijn intelligentie en ontwikkeling en zij had altijd een goede vriendin voor mij willen zijn.
Dat zij de relatie een nieuw vertrouwen gegeven heeft, zet haar woorden kracht bij, overwoog ik.
Maar dat was niet het bewijs, piekerde ik in mijn geheime slaapvertrek, dat zij mij niet heeft willen gebruiken. Vijgje moest nog drie herexamens doen, dus zij was de tunnel - tegen de verwachting in - nog niet uit. Dus voorlopig had zij mij opnieuw nodig. Was er geen verband tussen haar plotselinge bereidheid het weer aan te maken en de hulp die zij van mij verwachtte voor haar scriptie?
Ik keek naar de dichte, gewassen gordijnen van mijn huiskamer.
Nu ik me tot ziende liefde bekeerd had, wilde ik niets uitsluiten. Hoe dan ook geloofde ik wel dat zij oprecht verliefd op mij geweest was, maar ik zag dat dit samen kon zijn gegaan met belangen.
Zoals dat trouwens ook bij mij het geval was geweest.
Had ik belangeloos van haar gehouden?
Ook ik had steeds iets waarvoor ik haar gebruikte, namelijk voor mijn film over haar. De droom van de strijdbare Seldzjoekenvrouw die te paard uit de diepste diepte van Azië naar het uiterste westen van dit continent gegaloppeerd is, in oertijden, over de dorre targa. De droom van de secretaresse van de grote held Kemal Atatürk, die bij me opgekomen was toen zij mij de foto van zichzelf bij de limousine van de vader aller Turken liet zien. Dat Vijgje met hem ten strijde trok om de Armeniërs en de sukkels die vasthielden aan het Arabische alfabet ervan langs te geven. Van het dappere meisje, dat pillen slikte om op medisch advies haar studie te kunnen doordrukken. Van de verbeten vechtende immigrante in Europa, die alles op alles zet om te slagen. Die ik tenslotte als oosterse tunnelprinses ontmoeten mag.
|