|
Op haar opmerking over het privé-leven vermeed ik in te gaan. Over geld spraken we, druiven in de müesli lepelend. Zij betaalde zo'n hoge huur en ik wees haar er nog eens op dat zij beter in een koophuis zou kunnen wonen.
"Ja", zei zij, "ik zou een huis moeten kopen, misschien dit. Later, als mijn zoon uit huis is, een kleinere woning voor mezelf moeten kopen.Vind je niet?"
Ineens hield ik mijn lippen op elkaar. Hoe kon ik nog meedenken met haar? Als zij een huis ging kopen, betekende dit dat zij definitief niet met mij wilde samenwonen. Ik knikte alleen nog een beetje. Ik stond op, om naar de wc te gaan en een beetje te lopen.
"Hoe gaat het met jouw moraal?" vroeg zij in de studiezaal.
Ik ging naast haar zitten en bekende dat ik toch nog illusies gehad had over samenwonen.
"Maar dat wil ik niet", zei zij vriendelijk.
Zou ik haar durven te vragen, dacht ik, hoe het nu gaat met de verkoop van het Antalyase huis. Ik deed het.
"Ach, dat is niet zo belangrijk. Het moet opgeknapt worden, maar het heeft geen haast. Maar jij krijgt je geld terug hoor!"
"Nu het goed gaat tussen jou en mij is het geld van geen enkel belang", suste ik. Toch verontrust. Was dit nu wel waar? Maar ook als loog, wilde ik er geen ruzie om.
Sarafina belde, dat zij nu in de trein uit Den Haag zat en naar huis kwam. Zij had het heel leuk gehad in het kamp, met haar vriendinnentje.
Toen we aan tafel gingen, meldde de zoon dat hij nog geen honger had. Dan konden wij gezellig samen eten. Chili con carne.
"Maar kunnen we niet een compromis vinden?" vroeg ik.
"Dat kunnen we" antwoordde zij. " Dat hebben we toch?"
"Ik begrijp het niet. Wat heb jij dan ingeleverd?"
Zij begreep mij niet.
"Wij hebben een tussenweg", zei zij.
"Nee, jij wilt een weekendrelatie, ik wil samenwonen. Maar we hebben een weekendrelatie. Kunnen we niet bijvoorbeeld de helft van de week samenwonen?"
"Nee", zei zij, "dat wil ik niet".
"Maar hoe moet het met Sarafina? Jij wilt dat ik je bij jou op zoek, dus waar moet zij dan heen? Moet ik voor haar een vaste afspraak maken dat zij bij haar hartsvriendin gaat logeren?"
"Nee", antwoordde zij, "dan voel ik mij schuldig".
"Hoe moet dat dan", vroeg ik.
"Ene weekend kom jij bij ons en andere ik bij jullie."
"Kom je dan twee nachten?"
"Nee, één nacht."
Zij lachte.
"Dat vind ik te weinig. Wat heb je eigenlijk voor me over?"
Zij begreep mij niet.
"Wat wil je doen", vroeg ik breed gebarend, "om mij te houden?".
Zij lachte.
"Ik bied jou mijn liefde aan."
We hielden elkaars handen vast.
"Maar wat betekent dat?" vroeg ik.
Zij keek voor zich uit en antwoordde: "Ik wil dat onze liefde gaat bloein."
"Echt waar?"
"Niet maak zorg", zei zij ernstig en weergaloos.
De zoon kwam binnen, met een ongeduldig gezicht. Of hij nog eten kreeg? Hij liep op zijn hakken naar de keuken. Wij lieten de handen los en zij gebaarde naar mij dat zij voor Mahmud moest zorgen.
Het was nu tijd voor mij om te gaan en ik ging. Beneden voelde ik de sleutels in mijn zak en die bracht ik nog even terug. Met trots dat ik zomaar naar binnen kon lopen, met spijt dat het spel al weer voorbij was.
Sarafina pakte haar rugzak uit en vroeg in de loop van de avond aan me: "Is er iets, pappa? Je bent zo stil!"
|