|
Ik belde de notaris, om de overeenkomst met mijn vorige vrouw te ontbinden. Het deed me pijn, tegenover die ander, die ook nog in mijn hart zat. Mijn ex verzette zich. Maar ik zette door: met Vijgje mocht het niet mislopen en ik betrok haar ook niet in de finale discussie met mijn mijn vorige hartsvriendin.
We ontbeten, met Sarafina, aan mijn ronde tafel. Buiten beierde er een kerkklok, vanachter het hoerenblok.
Sarafina vond dat wij een groter huis nodig hadden. Ze zette een diadeem op haar blonde haar, om haar mening kracht bij te zetten.
"Waarom trekken jullie niet bij mij in, als mijn ex weg is. Mijn huis is dan voor Mahmud en mij te groot", nodigde Vijgje ons uit. Dan kon ik mijn huis verhuren en waren we financiëel ook beter af. Sarafina vond het een prachtidee; dan kreeg zij eindelijk eens een grotere kamer.
"Ik had altijd al een dochter willen hebben", zei Vijgje, vrolijk haar ei pellend.
Ik voelde me als de boter worden.
"Verhuur je huis voor een halfjaar", zei zij. "Of negen maanden."
Waarom zo kort? vroeg ik. Dan zou ik eventueel weer terug kunnen. Ik begreep het niet goed. Maar ik vond het toch een superaanlokkelijk plan. Heerlijk, bij deze vrouw in huis! Dat zij van de zeeman gescheiden was, begreep ik nu heel goed. Hij had een ander gehad. Een kopie van een foto van de zeeman met zijn liefje liet zij mij zien. Ze was er achter gekomen in de tijd dat haar eerste, Turkse man was bezweken en zij met een dubbele schok zat. Eigenlijk een driedubbele. Want toen zij het bewijs van zijn overspel uit zijn computer haalde, lag de zeeman zelf al in het ziekenhuis. Met zijn hart. Vijgje moest lief aan zijn bed zitten, mocht nergens over praten. Na een lange periode waarin hij haar tekort gedaan had.
Ik schoor mij voor de spiegel in mijn kleine badkamer. Achter mij stapte zij parelnat onder de douche vandaan.
"Knappe mannetje hoor", vond zij. Dat was ook daarom belangrijk voor haar, omdat haar moeder haar geleerd had dat je trots moet kunnen zijn op degene met wie je je op straat vertoont.
"Misschien kunnen we nog beter een nieuw huis kopen", zei ik via de natte spiegel, "dan maken we een heel nieuw begin. En de rente van de hypotheek krijgen we van de belasting terug."
Zij knikte enthousiast.
Ik was mijn boek over liefdesverdriet persklaar aan het maken. Het was geïnspireerd door mijn vorige relatie en het onderwerp was mij zo gaan boeien dat ik nu zelf lijders aan liefdesverdriet hielp te genezen. Vijgje beschouwde liefdesverdriet als een luxeprobleem, voor rijke mensen. Waren onderdak, eten en gezondheid niet veel belangrijker?
"Als ik jou zie vergeet ik alles. Ik ben ech verliefd hoor", haar woorden zongen in mijn hoofd voort.
Ze belde me en zei al na een paar zinnen van mij dat zij van het horen van mijn stem zin kreeg. "Jij bent meest sexy man van de wereld." Sarafina had, volgens haar, gelijk dat ik zoveel op de filmster Sean Connory leek. Dat had ik geschreven, bij mijn foto op de relatiesite.
De volgende zondagmiddagen liepen we op straat en keken, in mijn buurt, het zuiden van Amsterdam, naar huizen en makelaars. Een nog mooier idee. We huppelden hand in hand.
Zij e-mailde me dat haar ex-man voorlopig niet weg kon, omdat er anders geen inkomen meer voor haar was. Alimentatie kreeg zij niet. Dat was haar eer te na. Hij had al zoveel voor haar gedaan. Dus wat kon zij anders doen dan, zolang zij studeerde, hem maar in huis houden? Tegen haar zin?
"Ik voel mij zwak voor hem in opzicht van geld", las ik op mijn monitor. Vanwege het geld kon ze niet goed zonder hem.
Ik dacht na. Op mijn bankrekening stond geld dat ik de afgelopen jaren gespaard had om eventueel afscheid te kunnen nemen van mijn werk en me dan een poos aan het schrijven te kunnen wijden. Weet je dan niet dat de wereld vol deugnieten zit? Voelde ik dan geen risico dat ik daarmee een mogelijke toekomst op het spel zette?
Voordat ik Vijgje ontmoette, had ik dagelijks duizenden vrouwenfoto's en hun bijschriften bestudeerd. Systematisch. Ik had er elf ontmoet en zo een nauwkeurige voorselectie gemaakt.
Hun namen had ik in mijn dagboek onder elkaar op een rijtje gezet, met al hun plussen en minnen. Maar haar naam had ik, als twaalfde, onmiddellijk in rood eronder geschreven. In een paar vrolijke lijnen had ik haar gezicht getekend, het met de zelfde, rode fineliner omcirkeld en het boek daarna weggeborgen.
Vijgje was met die andere elf niet te vergelijken. Deze vrouw zette mij aan het werk. Zij was de magische Seldzjoekenvrouw en ik moest haar laten zien dat zij voor mij heel bijzonder was, niet zo maar een spook van een website. Niet zo maar een van die talloze foto's. Als het nodig was, zou ik haar in harde munt laten voelen wat zij mij waard was.
|