We ontbeten in de schone keuken.
Er stonden twee stoelen aan de ene kant van de tafel en één stoel aan de andere kant. Vijgje verplaatste een stoel naar de zijkant en ging zitten. We zaten nu in een driehoek. Haar moeder had verse dolma's op tafel en moedigde mij aan toe te tasten. De moeder lachte. Ik oefende hardop de lastige voornaam van haar moeder en haar geboortedorp.
"Hanemefendi Ayca" verbeterde de moeder me, "mevrouw Ayca". Ik legde haar uit dat de manieren in Amsterdam wat meer informeel zijn, meer "senli benli". Mij mocht zij Rul noemen. Toen klekte zij met haar tong, omdat de presentatrice vertelde dat er een moord gepleegd was.
We bezochten Vijgjes meisjeslyceum. Kiz lisesi. Een prachtig instituut uit de tijd van Kemal Atatürk, uit natuursteen opgetrokken, uitkijkend over de Egeïsche Zee. Tuinen en borders - met daarin een borstbeeld van de historische leider en zijn geleerden - omzoomden het. Ik zag mijn vriendin voor mijn geestesoog in het rode schooluniform langs de palmen op de binnenplaats paraderen en ik zag haar in de grote groep kinderen staan om, aan het begin van elke week, de leuzen van Atatürk te reciteren en vaderlandse liedjes te zingen. Eens had zij, toen haar ouders haar van school wilden nemen om haar meer in de huishouding te laten werken, pillen ingenomen zodat zij naar het ziekenhuis moest, om daar aan de dokters te vertellen dat zij hoe dan ook studeren wilde. De dokters hebben haar ouders overtuigd. ik was trots en gelukkig met mij Seldzjoekse studievrouw. En ik zag voor me hoe heerlijk wij samen werken konden, in haar huis, op de bank met haar syllabi en ik aan de computer. Zwijgen en toch samen genieten. Zo zouden wij ons leven inrichten: in de toekomst. Samen.
Antalya is verreweg de meest westerse stad van Turkije. Er zijn Turken die het zelfs niet tot hun land rekenen, omdat de westerse, vooral Griekse invloeden er te groot zijn. Al vierhonderd jaar geleden was hier een Nederlandse ambassade, de eerste in het Midden-Oosten. Op elke halte van de gestroomlijnde metro hoorde ik tot mijn verrukking de muziek van mijn lievelingscomponist, Chopin.
Het enige wat mij niet direct beviel was de naam van haar straat. Inönücaddesi. Inönü, informeerde ik voorzichtig, was dat niet die man die het act met Hitler sloot? Maar daarover moest ik niet vallen, antwoordde zij. Turkije moest zich redden en Inönü was een grote vriend van Atatürk geweest.
Wij liepen langs de boulevard, een nette asfaltstreep, nog dichtbij haar school. Achter ons huizen op rotsen, naast ons zitbanken met uitzicht op de hardblauwe zee.
"Dit was mijn plek", zei ze. "Hier stond ik of zat ik op een bank naar de zee te kijken en dan droomde ik over Nederland en de toekomst." Dan dwaalden haar ogen over de golven, zoals nu. Bruin op blauw en wit.
|