|
Feuilleton Jachtlust - Aflevering 40 Geen recht, wel plicht |
|
Ondertussen begreep ik dat er mensen zijn die eindeloos van de ene tandarts naar de andere gaan, in de hoop eindelijk het verlangde kunstgebit te krijgen, maar het nooit zullen krijgen omdat hun kauwpijn psychisch van aard is. Het advies aan de aspirant tandarts is dan ook die mensen aan het lijntje te houden en ze de gevraagde prothese in de toekomst in het vooruitzicht te stellen.
Wij zaten in de serre van de hut en wanneer het regende zagen we het bos door de glaswand als een glimmend aquarium. De hut zelf was een ruwhouten bouwsel, met een schouw en zware houten luiken die ik met sleutels een voor een moest openen en s'nachts weer moest sluiten. Want officieel was er geen vergunning om hier te slapen. Wat het extra knapperig maakte. Naast de schouw neuriede een veelkleurig borduursel de woorden van het Twents volkslied.
"Weet je dat jij de eerste van mijn vrouwen bent voor wie ik werk?" vroeg ik. Mijn eerdere vrouwen hadden zich allemaal, op verschillende manieren, ook voor mij ingespannen. Voor mijzelf verbaasde ik me erover dat ik niet erg vond dat Vijgje het niet deed, maar dat het me vrolijk maakte. Het was daardoor, zag ik nu, dat ik me met zo'n verbazende graagte in de betekenis van röntgenfoto's voor de tandendiagnose stortte, iets wat voor mij tot voor kort technische abacadabra was. Ik voelde opwinding bij de gedachte dat ik hier nu een vrouw had voor wie ik werken moest om haar te kunnen krijgen. Een oud macho-gebruik? Een mooi ritueel, fluisterde mij haar tandartsen woordenboek in. Wat heb je eigenlijk aan een vrouw die je gratis en voor niks krijgt? Of die de rollen omdraait door voor jou te gaan werken?
Op haar leek mijn constatering niet veel indruk te maken. Was zij het gewend? Of was het een oude Seldzjoekengewoonte en daardoor voor haar vanzelfsprekend? Was het dit wat Kemal Atatürk bedoeld had met de schijnbaar onbegrijpelijke woorden onder zijn standbeeld voor het gemeentehuis in Menderes?
"Vazife karsiligi olmayan hak mevcut degildir."
Ik had aan verschillende omstanders de vertaling gevraagd, maar die haalden met een radeloos gezicht de schouders op of mompelden alleen het Turkse woord voor voor werken. Het was uiteindelijk Vijgje die me het uitleggen kon. "Als je je plicht tegenover de ander niet doet heb je geen recht op resultaat". Is dat alles? had ik toen gedacht.
Maar nu begreep ik de diepere betekenis en ook waarom zij het geweest was, die me het geheim van het citaat onthulde: Atatürk verwijst hier, begreep ik met een schok, naar die oeroude plicht voor de Seldzjoekenman om voor zijn vrouw te werken, omdat hij haar anders niet in bed krijgt. Het genot van de vrouw is het resultaat waarvoor de man werkt. Zij is zijn prijs en beloning en de vrouw is geen vrouw als zij zich niet als zodanig verkoopt.
Hak yok, vazife vardir, had de oude Gökalp al gezegd. Er is geen recht, wel plicht. Zó diende ik eigenlijk tegenover Vijgjes schoonheid te staan.
Of zat ik in een roes te fantaseren? Ik keek nog eens naar haar oosterse, opverende pink, die het delicate schrijven van haar duim en wijsvinger ondersteunde. Als het zo is, besloot ik tevreden, dan is het samenzijn met haar de reden waarom ik de laatste tijd minder behoefte heb aan verre reizen naar het oosten. Eenvoudiger. En goedkoper.Het verschil tussen een stempel op de strippenkaart naar Zaandam en een vlieticket naar het Midden oosten. "Masculation betekent kauwen", hielp ik ondertussen.
"Kennis is macht", lachte zij.
|
Feuilletonoverzicht |
|
|