|
De brede piano accoorden van de door homoseksualiteit tot zelfmoord aangezette componist zwierden triomfantelijk door de kamer. Die was netjes gestofzuigd, constateerde ik tevreden, want ik had het zelf gedaan. We zaten op een bank van zalmkleurig leer die we op straat hadden gevonden. Was hij misschien afkomstig van de buurvrouw die zo van oudere mannen hield?
We zoenden even. Ik aarzelde: de verdenking die zij zojuist had uitgesproken stond me tegen. Tegelijk vond ik het mooi dat het probleem nu open voorons stond. Een probleem wat er altijd geweest was, maar waarover zij niet eerder gepraat had.
Zij vond dat we er nu wel lang genoeg over gesproken hadden.
"Maar het is toch belangrijk voor ons", drong ik aan.
Ik kende een Turkse vrouw van dertig en een Hollandse man van zestig, die het samen goed hadden, en ik opperde dat wij eens met die mensen over dit soort gevoeligheden zouden gaan praten. Maar zij vond dat deze dingen voor iedereen verschillend zijn en dat het dus geen zin had.
Zij had iets beters: we moesten iets voor de grote vakantie van de kinderen bedenken. Als we Mahmud en Sarafina nu eens samen naar een vakantiekamp zouden sturen? In het buitenland, om de taal te leren? "Ik ben bang dat Mahmud geen zin heeft met een meisje", zei ze, "maar wij zeggen het hen op het laatste moment, dat zij samen gaan."
Goed idee, ik zou een kamp regelen. Maar de schaamte was nog niet uit mijn hoofd.
Wie was ik? O ja, sinds kort een aanhanger van ziende liefde. Nu schoot me te binnen dat het, haar schaamtegevoel langzamerhand kennende, wel eens iets anders zou kunnen zijn dan zij zich uitdrukte.
Dat zij niet mij verdacht, maar zichzelf. Kijkend door de ogen van mensen die haar als een profiteur zouden beschouwen, van oudere Hollandse mannen.
"Zie je die Turkse vrouw? Die heeft steeds oude Hollandse mannen, die zij natuurlijk een poot uitdraait." En, overwoog ik, zij vond het misschien prettiger om door haar verdenking aan mijn adres, mij tot onderwerp van mogelijke schande te maken dan zichzelf, omdat zij zich misschien tegenover mij schaamde dat zij zich schaamde. Maar ik zweeg, me op mijn beurt schamend voor haar dat dit in mij opkwam. Zij vond dat het gesprek toch al lang geduurd had.
"Ik zal proberen deze mentaliteit van mij veranderen. Tijd nodig", besloot zij.
Ik voelde mij goed. We hadden nu eens echt gesproken, over schaamte.
Zij moest nog even winkelen en dacht dat het beter was als ik alvast achter de computer kon gaan zitten, aan het scriptie. Ook goed. Ik bekeek nog eens rustig haar foto's op het kastje en smulde van haar gekruiste voetjes. "Artistisch", noemde zij die pose. Ik zocht in haar documenten, op het computerscherm het scriptie en stuitte op een brief aan een Ton. "Je bent een geweldige man...", las ik. O god, dacht ik, dat heeft zij nog bewaard. Ik klikte het document haastig weg, zonder verder te lezen. Ik mocht haar vertrouwen niet beschamen. Ik had al fouten genoeg gemaakt. Bijvoorbeeld dat ik haar te grif geld geleend had.
Ik liep naar de slaapkamer en keek of zij mijn foto misschien ergens weggestopt had. Of wellicht verscheurd. Ik voelde mij fijn omgeven door haar dingen, als in een tempel van licht, en ik floot. In de gang opende ik een kastdeur en daar lagen, op de planken, het geborduurde textiel van haar bruidsuitzet, de cehiz.
Ik pakte een pannelap met twee geborduurde, gouden ringen erop en drukte het tegen mijn oor. Een oma en een tante van Vijgje hoorde ik praten, in een binnenplaats van een dorpsstraat, tegen de achtergrond van bergen en ik hoorde de oma zeggen: "Ik wens Vijgje zó toe dat zij een rijke man zal krijgen!" En tante Suzanne antwoordde: "Zal zij daar wel goed op letten?" Ik zocht naar een ingenaaide amulet. Om de vloek op onze verhouding weg te nemen.
De buitendeur ging open. "Wat doe jij nou met die pannenlap?" vroeg mijn vriendin.Ze was wezen shoppen, langer dan zij zich voorgenomen had.
|