Mannen let op voor valse hoop!

Onderzoek over liefdesverdriet toont man-vrouw verschil aan

Is het echt waar dat, wanneer je iemand met langdurig liefdesverdriet ontmoet, de kans groter is dat het een man is?

Als onderzoeksgroep, van een aantal academici en ervaringsdeskundigen, hebben wij onlangs een enquete gehouden onder 90 personen, die na het verlies van hun partner allen diep verdriet hadden gehad of nog hebben.

62 vrouwen en 28 mannen hebben via deze website een rij vragen over hun intieme gevoelens beantwoord.

Ik wreef mijn ogen uit toen wij in koele diagrammen en tabellen een belangrijk verschil vastlegden tussen man en vrouw. Een even significant als verrassend verschil. Over de manier waarop enerzijds mannen, anderzijds vrouwen op het verlies van hun geliefde reageren.

Het draait om de vatbaarheid voor valse hoop. Valse hoop is een goede, ja waarschijnlijk de beste indicator voor pijnlijk liefdesverdriet. Valse hoop is de bitterste pil uit de cocktail die liefdesverdriet heet. Valser, gemener nog dan het gevaar van verslaving aan een ex, of een smartelijke slot op de mond, wanneer het eigenlijk hoog tijd is om de opgekropte woede tegenover de voormalige partner te luchten.

Wie blijft hopen dat de verdwenen geliefde terugkomt, zet zichzelf gevangen in pijn. Omdat die hoop meestal vals is.

Als we minimaal een half jaar valse hoop een aanduiding noemen voor ernstig liefdesverdriet, dan komt dit voor bij tweederde van de door ons onderzochte groep mensen met een geschiedenis van liefdesverdriet. Opmerkelijk genoeg verschillend verdeeld onder de seksen.

Wat blijkt? Op grond van de cijfers moeten wij vaststellen dat een aanzienlijk groter deel van de vrouwen eerder de hoop laat varen dan de meeste mannen. Vrouwen lijken realistischer te zijn.

Zij koesteren minder vaak valse hoop op herstel en aanvaarden de breuk vaak sneller.

13 procent van de vrouwen gaf na de breuk meteen de hoop op. Geen enkele man deed hetzelfde. Samen met kortdurende hoop (tot 3 maanden) is het verschil zelfs 43 procent bij vrouwen, tegen 13 procent bij mannen.

D.w.z. dat meer dan drie maal zoveel vrouwen dan mannen binnen 3 maanden geen last meer van valse hoop heeft.

Mannen koesteren dan ook vaker langdurige valse hoop. Ook in het lijden aan extreem langdurige liefdesillusies, soms gedurende tientallen jaren, zijn mannen vrouwen de baas (17 tegen 11 procent) .



Oud en jong

Geldt dit verschil tussen de seksen zowel voor jongere als voor oudere mensen?

De verschillen tussen oudere mannen en vrouwen zijn groot. Alle onderzochte oudere mannen koesterden langer dan een half jaar valse hoop. Terwijl slechts de helft van de vrouwen dit heeft gehad.

Langdurige valse hoop is er veel vaker bij oudere mannen dan bij oudere vrouwen. Oudere vrouwen zijn opvallend veel realistischer dan oudere mannen.

Een vrouw (44): “ Ik had geen hoop dat de verhouding zich zou herstellen. Ik wist eenvoudig dat dit er niet in zat”. Een andere vrouw (50) vertelt hoe er na een week een einde aan haar hoop kwam: “In de eerste week had ik nog hoop. Ik droomde toen onwerkelijke gebeurtenissen. Tenslotte zó heftig, dat ik pas een dag later, in de middag, besefte dat zijn terugkeer een droom moest zijn geweest. De hoop viel van mij af.”

Een oudere man (54) deed over ditzelfde proces vijf jaar langer: “Eindelijk gaf ik de hoop op, door in te zien dat waar hoop is, ook wanhoop is.”

Jongere mannen lijden vaker aan valse hoop dan jongere vrouwen, maar deze laatsten ervaren hun portie liefdes verdriet langer dan de jongere mannen.

Een jonge man (30): “Het heftigst had ik de pijn gedurende een maand, maar nu, na vier jaar, denk ik nog steeds aan haar. Zij zit zowel voor wat betreft de mooiste als voor de minste momenten in mijn ziel.”

De jongere mannen zijn nog extremer in het koesteren van 3 jaar en langer durende, valse hoop. Een kwart van de onderzocht mannen onder de 40 kent d it lot, tegen slechts 10 procent van hun vrouwelijke leeftijdgenoten.

Een man van 37: “Ik heb heel erg lang hoop gehouden. Doordat ik in deze lang periode geen communicatie met haar had, werd zij voor mij een mythe.” 

Een jonge vrouw (24) daarentegen, nuchter: “ Ik had geen hoop meer, Want het was niet leuk dat het uit was, maar wel beter.”

Ja, jongere vrouwen lijden minder aan valse hoop, maar zij krijgen hun portie liefdes verdriet langer dan de jongere mannen.



Discussie

Een vraag. Is het niet zo, dat vrouwen geneigd zijn eerder een verhouding te beëindigen dan mannen en dat zij daarom geneigd zijn eerder de hoop te laten varen?

Deze tegenwerping rees bij mij, toen ik onder de respondenten 7 vrouwen vond die zelf de verhouding stop gezet hadden, terwijl ik geen mannen aantrof die dit gedaan hadden.

Zelf uitmaken lijkt op het eerste gezicht een daad die voortkomt uit een gebrek aan hoop. Maar het zelf uitmaken betekent nog niet dat je dan ook meteen alle hoop verloren bent. Een vrouw schrijft: “Ik hoop nog steeds op herstel na vijf weken. Hoewel ik het zelf uitgemaakt heb. Ik hoop dat hij of ik zodanig veranderen dat we weer bij elkaar kunnen zijn”. Mensen die het zelf uitmaken, zeggen overigens het proces van valse hoop toch doorgemaakt te hebben, maar dan voornamelijk in de aanloop tot het punt van knappen.

Zelfs als we zouden aannemen dat de vrouwen die het zelf uitgemaakt hebben geen valse hoop koesteren (wat niet altijd waar is), en we deze groep niet meerekenen, dan nog constateren we dat maar een kleine minderheid (13 %) van de mannen kortdurende valse hoop koestert. En de overgrote meerderheid langer, tot veel en veel langer. Terwijl dan nog altijd bijna de helft van de vrouwen (43 %) deze realistische houding verkiest.

Overeind blijft, dat vrouwen vaak minder hoopvol op een relatiebreuk reageren.

Andere vraag. Is het onderzoek, gehouden onder mensen die onze site over liefdesverdriet hebben opgezocht, wel representatief voor de Nederlandse bevolking?

Een flink grote groep als deze, van mensen met behoefte om over hun liefdesverdriet te praten, is niet makkelijk te vinden. Deze negentig zijn afkomstig uit alle gelederen van de bevolking, met slechts deze ene overeenkomst, dat zij de website gegoogeld hebben. Allen hebben zij thuis, in hun eigen omgeving, in alle rust de vragen beantwoord.

Dit onderzoek geeft een duidelijk beeld van heel velen die, in deze tijd, aandacht voor hun gevoelsleven hebben.



Verklaring

Het grote verschil in bestendigheid tegen valse hoop tussen vrouwen en mannen heeft waarschijnlijk te maken met een vaak minder sterk terugverlangen bij vrouwen.

Mannen benadrukken aanmerkelijk sterker dan vrouwen dat liefdesverdriet terugverlangen is (heftigheidsscore van 4,9 tegen 3,7 van vrouwen, volgens een schaal van 1 t/m 5). .”  Een jonge man (30): “Het heftigst had ik de pijn gedurende een maand, maar nu, na 4 jaar, denk ik nog steeds aan haar. Zij zit zowel voor wat betreft de mooiste als voor de minste momenten in mijn ziel Ik zou haar terug willen.”

Belangrijk is ook de betere doorleving van de gevoelens, bij de vrouw. Het is een feit dat vrouwen meer dan mannen over hun liefdesverdriet praten. De veel ruimere deelname van vrouwen dan van mannen, aan onze enquete, onderstreept dat. Het lijkt mij dat deze communicatieve eigenschap vrouwen eerder dwingt om de waarheid onder ogen te zien, dan mannen die zwijgend in hun dromen vluchten. Een vrouw herinnert zich (toen 25): “Ik had niet langer dan een paar weken verdriet. Valse hoop heb ik niet gehad, hoewel hij het was niet het uitmaakte. Geen valse hoop, en toch ldvd! Dat kan.” Van geen man hebben wij de bevestiging gekregen dat zo'n actief realisme (tranen maar geen centje valse hoop), ook bij deze sekse mogelijk is.

Een laatste verklaring voor de verhoogde vatbaarheid voor valse hoop bij de man is zijn sterkere, meer op de buitenwereld gerichte eer- en schaamtegevoel. Voor menig man betekent het verlies van een mooie vrouw een sociale vernedering. Vooral als hij een ander er met haar van vandoor ziet gaan. Vervolgens sluit hij zich op en mokt dat “zij er vroeg of laat achter komt dat ik toch de ware voor haar ben”. En kijk: daarmee zit hij dan tot aan de brede schouders in het moeras van de valse hoop.

Het is waar dat wanneer je iemand met een langdurige valse hoop ontmoet, de statistische kans groter is dat het een man is. Alleen omdat de man eerder tot zwijgen geneigd is, valt dat in de praktijk niet zo op.



Hard en zacht liefdesverdriet

Hebben vrouwen dus minder liefdesverdriet dan mannen?

Dat niet. Wat verdriet betreft overtreffen de jongere vrouwen de jongere mannen. 66 % van hen koestert dit (zeer) lang, tegen 58 % van de mannen.

Het blijkt zo te zijn dat het verband tussen valse hoop en liefdesverdriet bij vrouwen minder strak is dan bij mannen . Bij mannen lijkt het verdriet eerder te verdwijnen, wanneer eindelijk de hoop gevaren is, dan bij vrouwen. Een aantal vrouwen kan langer hopeloos blijven treuren dan een zelfde aantal mannen. Het liefdesverdriet van veel mannen wordt langer gestimuleerd door valse hoop.

Een vrouw van 26: “Ik wist dat het niet meer goed zou komen. Juist het gebrek aan hoop maakte dat ik zoverdrietig was: hoop is vaak de tegenhanger van rouw(dan ontduik je dat nog enigszins).”

Een andere vrouw zegt dat haar verdriet, na het vervliegen van de hoop, bitterzoet werd. Weer een ander dat het een dof gevoel werd.

Een verdriet dat wellicht toch lichter te dragen is dan het explosieve mengsel van hoop en frustratie dat zich bij mensen met hardnekkige valse hoop kan vormen.

Liefdesverdriet mèt valse hoop is op den duur martelend, bijtend. Het is hard.

Liefdesverdriet zonder hoop daarentegen kan haast devote vormen aannemen. Het voelt zachter. Een vrouw van 47: “Ik zie geen hoop. De pijn heeft lang geschrijnd, maar is nu bitterzoet geworden.”

Huilen, lijkt mij, is minder pijnlijk dan kniezen.

Echt, mannen blijken kwetsbaarder voor langdurige valse hoop dan vrouwen. En dus voor acute liefdespijn, mogelijke agressiviteit en zelfmoord neigingen. Mannen, wapen je tegen illusies!

Roel van Duijn

(liefdesverdrietconsulent)

De uitgewerkte resultaten van het onderzoek zijn terug te vinden op resultaten onderzoek ldvd 



De Onderzoeksgroep Liefdesverdriet bestaat uit:

Roel van Duijn,  liefdesverdrietconsulent, schrijver en politicus

Margje Vlasveld,  diëtiste en therapeute

Drs. Judy Hooymeyer, psychotherapeute

Drs. Yuri Ohlrichs, seksuoloog, werkzaam bij de Rutgers Nisso groep, (kenniscentrum seksualiteit)

Dr. Wim Lunsing, antropoloog, gespecialiseerd in seksualiteit, geslacht, levensstijlen in Japan

Dr. Susanne Piët , psychologe

Dit onderzoeksgegevens zijn overgedragen aan de vakgroep Psychometrie van de Universiteit van Amsterdam, voor een vervolgonderzoek.



terug naar Introductiepagina Liefdesverdriet.info