Home Lie f desverdriet.info

Artikelen

 

NRC Handelsblad
Zaterdag 18 maart 1995

Het verdriet van de liefde
Van verrukking naar verveling: ooit wordt de partner verlaten
door Marjon van Royen

De liefde is voorbij, het huis leeg. Duizenden blijven onthutst achter,
hun leven in scherven. Toch ergert de omgeving zich aan liefdesverdriet en
luidt het meestgehoorde advies 'kop op, niet zeuren'. Reportage over
wanhoop en woede - de bons en wat dan.

Het is inmiddels tweehonderdachtenzestig dagen en zeven uur geleden. Het
huis met de kleine horren voor de ramen in IJmuiden ademt nog steeds de
geur van een verlaten nest. Op de muur het bleke vierkant van het
lievelingsschilderij dat hij heeft meegenomen. Daarnaast de bruine vlek
van de koffie die zij er tegenaan heeft gesmeten. "Dat je zo allejezus
onderuit kan gaan", zegt Anna (34) nog altijd een beetje verbaasd.
"Terwijl ik toch heus geen watje ben."

Haar figuur is het enige dat ze eraan heeft overgehouden: "Vijftien kilo
verdriet eraf, en toch voel ik me nog steeds een jutezak op pootjes". Ze
rommelt in de kastjes, vult de ketel, de dagelijksheid die ze zeven jaar
lang met haar vriend Robert (36) deelde. Hij een vriendelijke olifant die
zijn liefde uitdrukt in het buitenzetten van de vuilniszak; zij een
ongeduldige wesp die maar blijft prikken omdat ze 'nabijheid', 'samenzijn'
wilde voelen. Op een gegeven moment, ze weet het goed, het was half
november, begon hij met 'sluiks gesmiespel'. Vreemde muziek op zijn
walkman, verkeerde smoezen. Aanvankelijk ontkende hij, en geloofde zij
maar al te graag dat er geen ander in het spel was. Toen kwam de aap uit
de mouw. Scenes, huilbuien. "Het complete scenario van grote verwarring
van man op kruispunt tussen vrouw en geliefde" zegt ze.

De nachtmerrie begon pas goed de avond dat hij met een koffer en een
laatste 'Onthou, ik hou van je' de voordeur uitliep. "Die man had me
verlaten en van de weeromstuit wist ik niet meer wie ik was." Ze kijkt
naar de stoom die uit de waterketel blaast en gaat achterover zitten. "En
toch heeft hij niet zulke Robert Redford-achtige kwaliteiten dat je kan
zeggen: zo iemand is nooit te vervangen. Hoe is het mogelijk, die
eenkennigheid van liefdesverdriet."

Nog steeds kan Anna overvallen worden door beelden van wat ze nu 'het
sprookje van Robert, Anna' noemt. "Dan kom ik langs dat restaurantje waar
we toch altijd zo leuk samen aten. Zit ik meteen weer emmers vol te
janken. Tegelijk kan hij wat mij betreft doodvallen." Juist de
tegenstrijdigheid maakt liefdesverdriet zo verscheurend, zegt Anna. Uit de
kast haalt ze het boekje dat Renate Rubinstein schreef na haar scheiding:
'Hoe kun je treurig zijn om het verlies van iemand die zo slecht is dat
hij je uit eigen wil treurig gemaakt heeft?' citeert ze Rubinstein. 'Hoe
kun je zonder meer woedend zijn op iemand aan wie je gewend was liefdevol
te denken? Wat in zo'n ziel ontstaat is complete chaos.' Anna knikt. "De
weduwe kan bloemen brengen op zijn graf, snikkend de foto's afstoffen
waarop zij samen vereeuwigd staan. Maar jij bent gedwongen om alles af te
breken. Je komt hem tegen bij de groenteboer, met zijn nieuwe vrouw. Je
moet de ander dus 'weg-doen', nadat je eerst zelf bent weggedaan."

Monomaan zocht ze naar antwoorden. "Je probeert toch een logica te vinden.
Ik wilde een verklaring. Een definitief advies." Ze denkt even na en
begint dan te lachen: "Ik was natuurlijk één grote kletsdiarree". Toch
begon ze te merken dat haar vrienden terugdeinsden. De eenzaamheid die
volgde brak haar bijna op. "Liefdesverdriet irriteert, heb ik gemerkt. En
geef toe: al die paniek is natuurlijk het meest pathetische wat er
bestaat. Alleen al de taal!"

Vrij worstelen

Het is stil in de lange donkere straat in IJmuiden waar Anna woont. Het
leven heeft zich achter de verlichte ruiten verschanst. De liefde tussen
twee volwassen personen is de kurk waarop het Hollandse privéleven drijft.
De binding van kerk, VARA en buurt is verdwenen. Oma's, tantes en neefjes
zijn een vrijwillige optie geworden, net als vrienden en kennissen. Ook de
liefdesband zelf is veranderd. Het huwelijk is geen doel meer op zichzelf.
"Er zijn nog maar weinigen die geloven dat er op de wereld slechts die ene
bestaat", zegt de Rotterdamse socioloog Ruut Veenhoven. "Zoals het
huwelijk van onze grootouders nog door vaste regels werd gedragen - het
mannetje de ene taak, het vrouwtje de andere. Zo is de liefde nu een
partij vrij worstelen geworden waarin zeer hoge eisen worden gesteld aan
het individuele vermogen om lief te hebben, bindingen aan te gaan,
intimiteit te creëren." Het huwelijk van onze grootouders was misschien
koeler en afstandelijker, meent Veenhoven, maar ook veiliger. "De man ging
eten in de herensociëteit. De vrouw verzorgde de linnenkast met haar
schoonmoeder. Het was een contract waar je niet vanaf kon. Tegelijk was
het ook gewoon."

Nu is dat anders. Alle kaarten worden op die ene exclusieve liefdesrelatie
gezet. Er moet 'gewerkt' worden aan relaties, mensen moeten elkaar
'aanvullen', 'aanvoelen', 'naar elkaar toe groeien'. En als het mislukt is
het maatschappelijk geen schande meer, maar wel een uiterst pijnlijk
persoonlijk falen.

De individualisering van de samenleving heeft niet geleid tot een explosie
van de 'vrije liefde'. Geen netwerken van vrienden en vriendinnen die de
prioriteit krijgen boven exclusieve relaties, zoals populaire
relatiedeskundigen als Iteke Weeda in de jaren zeventig nog voorspelden.
Meer dan negentig procent van de Nederlanders ziet het huwelijk als de
meest ideale vorm van leven, zo bleek uit een groot onderzoek vorig jaar
van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het traditionele kerngezin
komt weliswaar minder vaak voor, maar dat betekent niet dat alleen wonen
de norm is geworden. "Alleenstaanden beleven het soms als een aangename,
maar dan toch voorbijgaande fase", schrijft het CBS.

We leven in het tijdperk van de zogeheten seriële monogamie. Mensen
beleven drie, vier of meer grote liefdes in hun leven. Dat betekent
evenzovele scheidingen. Alleen al onder de drieëneenkwart miljoen jongeren
tot dertig jaar, zo becijferde het CBS, gaat een kwart binnen de drie
jaar, en een derde binnen de acht jaar uit elkaar. Honderdduizenden
relaties tussen mensen onder de dertig worden jaarlijks dus verbroken. Tel
daar de korter durende passies bij op, plus de liefdes die niet tot
huwelijk of samenwonen hebben geleid, en het plaatje is compleet: door
Nederland stroomt een zee van liefdesverdriet.

"Liefdesverdriet ?" Aan de andere kant van de lijn valt een lange stilte.
"Klinkt interessant... Maar ik denk dat we dat in de psychologie toch meer
met kalverliefde associëren", zegt de Amsterdamse psycholoog Frijda. Een
paar honderd kilometer verderop, in het academisch ziekenhuis van
Groningen klinkt de vriendelijke stem van biologisch-psychiater R. van den
Hoofdakker: "De bons krijgen, ja. Dat kan tot depressie leiden." Zo
schuiven we nog een tijdje door de laboratoria van Nederland. Medisch
psychologen, ontwikkelingsdeskundigen, psychiaters. "De reacties hebben
wel iets met rouw te maken: ontkenning, agressie, acceptatie. De bekende
fasen."

Toch is er met liefdesverdriet meer aan de hand: "Afgewezen worden geeft
een magistrale knauw aan je zelfbeeld", zegt klinisch psycholoog Harry van
der Wiel. "De illusies die je over jezelf had vallen in één keer kapot."
Misschien kun je bij liefdesverdriet wel spreken van desintegratie: "In de
liefdesrelatie bouwen mensen samen een nieuwe identiteit op. En op het
moment dat de minnaar wegloopt wordt dit twee-eiïge zelfbeeld aan flarden
gescheurd." De verlatene moet zichzelf volledig 'herschrijven'. "Dat is
arbeid, zware arbeid, waarbij mensen kilo's verliezen." Meer dan trimmen
of traplopen lijkt hem de vergelijking met urenlang in de stoel van de
tandarts op zijn plaats. Des te schrijnender is dit proces in een
samenleving waarin de posities en rollen van mensen steeds minder
vastliggen.

Toch moet ook Van der Wiel bekennen: in de op de natuurwetenschappen
geïnspireerde school waar de meeste psychologen deel van uitmaken, worden
"dit soort existentiële thema's waar het echt in het leven om gaat" niet
of nauwelijks onderzocht. Omdat het moeilijk meetbaar is, omdat er geen
gemakkelijk succes mee te behalen is, omdat er geen financiering voor is.
"Dat zegt natuurlijk ook iets over het taboe dat er in onze cultuur op
liefdesverdriet rust." Hij verwijst naar het verweer van een Amerikaanse
senator, toen wetenschappers geld vroegen om onderzoek te doen naar het
verschijnsel liefde: "We willen nog wel dat iéts in het leven mysterieus
blijft".

Slaapkuur

"Ik was bang te verdwijnen. Een idee van 'wij', van 'ons' lag aan
diggelen. Niemand dacht aan mij, niemand zag mij, niemand raakte mij aan,
schreeuwend en jankend was ik bezig uit mijn eigen gezicht te verdwijnen."
'Moedig', noemden sommigen Renate Rubinsteins' beschrijving in 1978 van de
blinde paniek waarin ze na haar scheiding terecht kwam. Anderen vonden de
ontboezemingen in haar boek Niets te verliezen en toch bang 'een beetje te
rauw'. Zelf, zei ze, schreef ze over haar liefdesverdriet omdat ze
simpelweg over niets anders kón schrijven. "Gedurende het eerste half jaar
was ik zelfs niet in staat om een artikel in de krant te lezen, laat staan
op te nemen, laat staan te verwerken." In wanhoop ging ze naar een
psychiater. "Ik geloof dat ik in die tijd niet normaal neurotisch was,
zoals hij dacht", schrijft Rubinstein. "Maar ik was gek. Gek van angst.
Het arbeidskamp, de militaire dienst, het dwangbuis van de slaapkuur -
voor mij was dat allemaal beter geweest dan de beschaving, die ik tot mijn
laatste druppel inkt zal verdedigen, maar waar ik niet tegen kon."

Verlaten worden, zegt Rubinstein, is een van de meest ontwrichtende
ervaringen die in het ontwikkelde Westen bestaan: "Degene die het niet
wil, komt terecht in een bodemloze kinderangst. Terwijl degene die wil,
ondanks alle schuldgevoel, de macht over zijn eigen leven houdt." Om haar
heen zag Rubinstein de 'epidemie' van scheidingen op gang komen. Een
samenleving met de breuk als schouwspel van iedere dag. "We zullen over
dit gevoel de komende jaren nog veel horen", voorspelde Rubinstein.

Nu, achttien jaar later, is er bij de hulpverlening nog weinig te merken
van een toegenomen aandacht voor liefdesverdriet . "Op zich leidt de
klacht 'de bons gekregen hebben' niet naar ons", zegt psychiater Hilbert
Kuyk van het RIAGG in Amsterdam. "Als ik zo iemand op mijn spreekuur
krijg, zeg ik: jammer, maar wat kan ik eraan doen?"

Uithuilen

De hoge schoorstenen en de produktiehallen van de Hoogovens staan als een
toverberg in het landschap. Op het kantoor van de medische dienst klinkt
geschuifel. Anders dan bij de hulpverleners hier een direct antwoord.
"Natuurlijk hebben we wel eens met liefdesverdriet te maken", zegt
bedrijfsarts Van Geen. Meer dan vroeger zelfs. Zo'n drie tot vier
liefdesverdrietigen per maand, op een totaal aantal werknemers van 31.500.
Het blijft natuurlijk een gering percentage. Maar hij krijgt ze: "Van die
mannen die dan thuis blijven zitten en aan zelfbeklag doen." Nee,
compassie heeft hij er niet mee. Van Geen laat ze uithuilen - natuurlijk
huilen mannen, en hoe. Maar hij geeft wel zijn eigen mening. 'Accepteer
dat het zo is. Recht je rug, spuug in je handen, en ga er weer tegenaan.'
Van Geen probeert die mensen zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen.
Wel zorgt hij ervoor dat ze bij 'veiligheidssituaties' worden weggehouden.
Niet werken met vloeibaar staal bijvoorbeeld, of op grote hoogtes.

Wat hij doet als er een partner overlijdt, of ernstig ziek is? Tsja, zegt
Van Geen, daar doet hij voorzichtiger mee. Hij geeft ze langer de tijd.
Eigenlijk heeft hij er nooit zo over nagedacht. "Maar voor een begrafenis
heb je volgens de CAO recht op vrij, en voor een scheiding nu eenmaal
niet."

Die avond, in een van de blokkendozen van IJmuiden zit een werknemer van
Hoogovens aan zijn tafel. Voor hem een gelinieerd schoolschrift met
spelende beren op de kaft. Strikt anoniem wil hij blijven. Heeft ook niets
tegen artsen, collega's of ploegbaas gezegd. "Ik ga daar niet een beetje
in mijn ziel en zaligheid bloot." Maar hier in zijn 'privétje', thuis in
deze lek geslagen broeikas van geluk, wil hij wel een tipje van de sluier
oplichten. "Ik zie niet in waarom ik nog door moet gaan", heeft hij met
grote halen in zijn berenschrift geschreven. "Ik dacht dat onze liefde van
twee kanten kwam. Hoe heb ik me zo kunnen vergissen? Ik kan niet zonder
haar. Zo wil ik niet meer!!!" Meent hij dat nu? Weet hij zeker dat er voor
hem niets meer is weggelegd? De man knikt langzaam. "Zo zeker als m'n ouwe
moer, juffrouw".

Haaruitval

Mijn moit myn bloit is my ontsoncken

Myn juecht myn vruecht heeft my begeven

Mijn oghen betoghen myn herte ontsoncken

Mijn macht myn cracht is my ontdreven

Mijn sinnen in minnen soe jammerlijc sneven.

In het referein 'God weet wie het is om wie ik lijd' beschrijft de
Hollandse rederijker Jan van Stijevoort een liefdesverdrietige: verkrampte
spieren, verlamde benen, slapeloosheid, haaruitval (myn haren by paren
ontvallen mij). Het gedicht uit 1524 schetst de somatische klachten en
martelende pijnen die door de afwijzende geliefde teweeg worden gebracht.
'Nooit heeft een geleerde iets gelijkaardigs beschreven gevonden', stelt
de verdrietige. 'Geen enkele heelmeester wist een medicijn voor me. Een
bitterder lot valt niet te bedenken; geen zwaardere, niet af te leggen
last!'

"De Middeleeuwse dichtkunst mag dan in het teken van dit soort gevoelens
hebben gestaan", relativeert socioloog Ruut Veenhoven. "In de praktijk
waren er weinigen die zich aan de romantische liefde konden overgeven."
Pas nu is de liefde voor iedereen bereikbaar geworden. Des te opvallender
is het dat niet meer de kunst en de wetenschappen, maar Lieve Lita,
Margriet en smartlapzangers zich met de donkere kanten ervan bezig houden.
Heeft de bereikbaarheid van de liefde iets veranderd aan het karakter of
de heftigheid van het liefdesverdriet?

"Nee", zegt Igor van Krogten stellig. Liefde is door de hele geschiedenis
hetzelfde gebleven: "Het is en blijft Leiden in last". Met grote uithalen
ontvouwt hij zijn 'liefdestheorie'. Een krap kamertje, een zijden dasje in
een open staand overhemd, uitzicht over de daken van Amsterdam. Van
Krogten is de enige psycholoog in Nederland die een systematische
'liefdestheorie' ontwikkelde. In zijn boek Proustian love neemt hij de
stand van de wetenschap op. "Die is in een paar bladzijden af te doen",
stelt Van Krogten tevreden vast. Daarom speelt hij voor zijn theorie
leentjebuur bij de Franse schrijver Marcel Proust.

"Al vanaf het begin zit het verdriet in de liefde ingebakken", stelt Van
Krogten. De mens probeert in de liefde namelijk iets te bereiken dat nooit
te verwezenlijken valt. Het was Freud die de weg opende naar het besef dat
het verscheurende van de liefde iets te maken heeft met 'vroeger'.
Kinderen haken naar de geborgenheid en warmte van hun ouders. Dit
verlangen naar 'hechting' en 'nest' zet zich een leven lang voort - met
alle verlatingsangsten van dien.

In de puberteit onstaat dan het erotisch verlangen. Mensen gaan beelden
maken van sensuele mannen en vrouwen. Op het moment dat er iemand
langskomt die aan dat plaatje voldoet, ontstaat de liefde. "En dan gaan de
poppen dus aan het dansen." Die ander moet namelijk aan twee
tegenstrijdige beelden voldoen. Hij moet de koesterende, veilige moeder
zijn waaraan je jezelf zo verschrikkelijk hecht. Tegelijk moet hij het
verlangen hooghouden naar de spannende hoer of Don Juan. Man-vrouw, homo-
of hetero, het maakt in Van Krogtens' theorie geen verschil.

In deze 'mix van plaatjes' ontwikkelt zich de liefde. Verrukking,
vergetelheid en overgave. Jaloezie, angst en dodelijke verveling. En dan
opeens klapt de ballon. De geliefde denkt: ik ga eens een deurtje verder
kijken. "Zoals het einde in de liefde zit ingebakken, zo zit ook de
eeuwige zoektocht ernaar in de méns ingebakken. Hoevelen sinds Sappho
hebben niet geroepen: dit nooit meer! Maar dat verstand van ons is als die
dijkjes in de Betuwe; bij het minste of geringste stroomt het over."

De minnaar blijft radeloos achter. Er gebeurt immers precies dat waar we
als kind zo bang voor waren. Maar daarbij komt nog iets heel anders. Het
'verraderlijke van de gewoontevorming', noemt Van Krogten dit. Samen het
bed, samen een stel. "Al dat plotselinge 'ik' en 'mijn' zeggen klinkt mij
even potsierlijk in de oren als Dieu zeggen tegen God", zo beschreef
Rubinstein dat plotselinge gemis aan de dagelijkse verwevenheid.

Lange tijd is de verlatene daarom niet in staat de breuk te erkennen. Ze
komt wel weer terug, denkt hij. Opbellen, brieven schrijven, in de illusie
de ander terug te kunnen halen. "Mensen proberen natuurlijk een zin, een
reden te zoeken voor al dat verdriet", zegt Van Krogten. Maar uiteindelijk
is dat er niet. Zoals ook de terugkerende beelden van het mooie dat
geweest is, de zogeheten 'obsessive review' geen enkele verlossing biedt.
Verlost wordt men uiteindelijk alleen door de tijd. "Je doet je
boodschappen, de was, je komt afspraken na. En op een gegeven moment kom
je erachter dat er iets is veranderd. De gewoontevorming die je zo aan die
ander deed hechten is vanzelf doorbroken. Je gaat naar een nieuwe geliefde
verlangen. Niet omdat die ander is weggegaan, maar omdat je zelf bent
veranderd."

Stress

'De tijd tikt alle hoeken rond; tikt je weer gezond. De tijd tikt alle
leugens waar, en tikt Kees weer klaar'. "Onzin", zeggen de
stressdeskundigen over deze liefdeswijsheid van Herman van Veen.
"Liefdesverdriet is een serieuze trauma-ervaring met duidelijk te
beschrijven lichamelijke reacties." Niet door psychologen, hulpverleners
en relatiedeskundigen. Maar in de laboratoria van de farmaceutische
industrie wordt al jaren gewerkt aan liefdesverdriet. Bij apen, bevers en
muizen worden de fysiologische reacties getest. Onderzoekers ontdekten de
signaalstof serotonine die in de hersens loskomt bij acute stress. De stof
werkt in op de zenuwcellen en tast het immuunsysteem aan. Vandaar ook dat
liefdesverdrietigen letterlijk 'ziek' kunnen worden van pijn. De hele
hormoonhuishouding verandert, de adrenaline komt in het bloed vrij.
Uiteindelijk leidt deze chemische carrousel tot wat wij omschrijven als
een gevoel van paniek of depressie.

Stressdeskundige Egbert van der Poel verklaart het proces voor beginners.
"Neem een oude Batavier die in het bos een beer tegenkomt. In zijn hersens
ontstaat er een stevige serotonine-impuls waardoor hij hard kan wegrennen,
of met een mes de beer kan doodsteken." Dergelijke lichamelijke reacties
zijn nu overbodig, maar dezelfde stoffen treden nog steeds in werking. Wij
zijn daarom te vergelijken met die ene onhandige Batavier, die bij het
zien van een beer juist aan de grond genageld bleef staan. "Voordat hij
werd opgegeten moet hij hetzelfde hebben gevoeld als de liefdesverdrietige
van nu", meent Van der Poel. Hartkloppingen die aanvoelen als kleine
hartaanvalletjes. Een verhoogde spierdoorbloeding, verhoogde temperatuur
en versnelde ademhaling die een permanent benauwd gevoel op de borst
veroorzaken.

Doordat er geen uitlaatklep is voor deze reacties, komen mensen in een
vicieuze cirkel van totale paniek. In biofysiologische kringen worden de
gevolgen van een beetje stevig liefdesverdriet vergeleken met tien jaar
lang twintig sigaretten per dag roken. "Doorslaggevend is het gevoel van
machteloosheid", zegt Van der Poel. De verlatene moet proberen opnieuw
controle te krijgen. Dat doet hij bijvoorbeeld door de hele
liefdesgeschiedenis te herschrijven. Hij wordt woedend, probeert de ander
van alles aan te wrijven. Hij zal er alles aan doen om weer partij te
worden. Vooral mannen proberen de situatie in de hand te krijgen door de
oorzaak juist te ontwijken. "Ze vrijen zich suf met andere vrouwen,
waarmee ze hun geliefde niet terughebben, maar wel het idee weer mee te
tellen."

Sinds kort is er een middel op de markt dat snel en effectief werkt. Het
medicijn Prozac bevat stoffen die direct ingrijpen op de
serotonine-vorming in de hersenen. De chemische reacties die door de
serotonine op gang komen, worden door Prozac beïnvloed. Prozac als
'verdriet-pil' van de toekomst dus? "Misschien", zegt dierfysioloog Von
Holst. Aan de universiteit van Bayreuth bestudeert hij de fysieke effecten
van paarvorming op veldmuizen. Opgetogen vertelt hij over de
'fantastische' verbeteringen van de gezondheid bij zijn muizen, zodra ze
samen een gelukkige paar vormen. Het immunologische systeem en ook de
hormoonspiegel worden 'tip top'. De mannetjes maken ook spontaan grotere
hoeveelheden van het sexhormoon testosteron aan. Wat gebeurt er als hij
het muizenpaar uit elkaar haalt? Aan de andere kant van de telefoon klinkt
een lange stilte. "Dass kann ich nicht, wenn sie einander so liebhaben..."

Haat

Met een flinke vaart reed hij van IJmuiden naar Heemskerk. Het was al
donker. De wegen verlaten. Het geluid van de machine verdoofde hem.
Machtig en hoog zat hij op de stuurstoel. De grootste laadschop van
Europa. Vier meter breed, 95 ton zwaar, alleen al de wielen waren twee
meter hoog. Nog even en dan zou hij bij haar zijn. Bij het huis waar ze
zich 'laf' verschanste. Hoe kòn ze hem verlaten? Eenmaal in Heemskerk
laveerde hij zijn bakbeest door de smalle straten.

"Opeens ik zag een gigantisch monster met lichten", vertelt mevrouw Van
der Moer die net haar hondje uitliet die avond. "Auto's lagen op hun kop.
Eentje was platgedrukt tegen de Co-op." Overal zag ze mensen die
probeerden hun auto te redden. Een man kon nog maar net uit zijn auto
springen voor die in de bek van de shovel werd geschept. Met de brandende
auto in zijn kaken reed de shovel verder, gevolgd door de politie die niet
goed wist hoe de man te stoppen. Uiteindelijk kwam hij tot stilstand.
Midden op de gevel van zijn geliefde Sandra. "Er kwam zo'n
onbeschrijfelijke haat naar boven toen ik haar die middag met een ander
zag", zou Hans van W. later verklaren. "Ik kón niet anders." Zijn er
verschillen in de manier waarop mannen en vrouwen met liefdesverdriet
omgaan? Advocaat De Groot ziet ongeveer alle echtscheidingen in IJmuiden.
Het andere advocatenkantoor in de stad vertegenwoordigt dan de partner.
"Nou en of er verschillen zijn", zegt De Groot. Wat hem zo opvalt is dat
vrouwen meestal veel kraniger zijn, ook al hebben ze materieel vaak het
meest te verliezen. "De mannen hebben veel meer begeleiding en aandacht
nodig", knikt mevrouw De Groot die haar echtgenoot in zijn praktijk
bijstaat. Laatst had ze weer zo'n man: "Ze stond toch altijd met kopjes
koffie voor me klaar, de was gestreken, het huis op orde." Tsja, zegt
mevrouw De Groot, als dat het belangrijkste voor hem was, vind je het gek
dat ze er vandoor ging?

Het feit dat mannen vaak niet gewend zijn voor zichzelf te zorgen, intieme
vriendschappen en contacten op te bouwen, speelt voor de verwerking van
een scheiding een belangrijke rol. "Bij een groot deel van de zwervers zie
je dat aan het begin van hun zwerversbestaan een scheiding of een kapotte
liefde zit", zegt Harry Nagel van de Amsterdamse GG, GD. "Juist mannen
kunnen door liefdesverdriet flink uit balans raken." Breek hem de bek niet
open. Hij weet nog goed hoe het hemzelf overkwam.

Het gevolg van dit mannelijk minvermogen maakt dat mannen - meer dan
vrouwen - de ander pas verlaten als ze een 'alternatief' hebben gevonden.
"Mannen worden echt ongelukkiger", zegt Ruut Veenhoven. "Ze plegen echt
zelfmoord en komen echt onder auto's. Daarom lopen ze minder snel weg, en
nemen liever een overstapje." Gebeurt het onverhoeds toch dat de man wordt
verlaten, dan reageert hij doorgaans meer als de Batavier die een beer
tegenkomt. Alleen al bij advocaat De Groot in IJmuiden kloppen per maand
gemiddeld twee vrouwen aan die een straatverbod willen voor hun ex. Met
draaiende motor voor de deur blijven staan, aanklampen op straat, stenen
door de ruit. Het blijkt allemaal te horen bij de manier waarop mannen met
hun 'fase van ontkenning' omgaan.

In Amsterdam werd een aantal jaar geleden het zogeheten 'bloemenverbod'
uitgesproken: Een man die zijn ex-vrouw bleef bestoken met bloemen als
teken van zijn immer durende liefde, kreeg van de rechter een
bloemenverbod.

"De vrouw doodt hem meestal na jaren van fysieke mishandeling. De man
slaat zijn vrouw dood wanneer zij de benen wil nemen", concludeert de
journaliste Alice Fuldauer in haar studie naar partner-doding. Jaarlijks
worden in Nederland 45 mensen door hun partner vermoord. In tachtig
procent van de gevallen zijn het mannen die hun vrouw vermoorden. In bijna
alle gevallen wilde de vrouw haar man verlaten, of had ze dat al gedaan.

Onaangepast

Op 8 november 1991 werd de IJmuidense shovelaar Hans van W. veroordeeld
tot een jaar gevangenisstraf. Zestig auto's en tien lichtmasten had hij in
zijn vaart meegesleept. De schade bedroeg meer dan een half miljoen
gulden. Uit psychiatrisch onderzoek bleek dat de man zijn zekerheid aan
zijn shovel ontleende. Toch trouwde Hans van W. een paar maanden later met
zijn Sandra. Inmiddels zijn de twee alweer gescheiden, en leeft Hans met
een nieuwe vrouw. "Ik wil er niet meer over praten", zegt hij woedend. Hij
heeft ervoor gezeten, per advertentie heeft hij zijn excuus aan de gedupeerden aangeboden.

"Liefdesverdriet is een van de weinige dingen waar onze samenleving niet
tegen beschermt en ook niet mee om kan gaan", had Ruut Veenhoven gezegd.
Zoveel wanhoop en verdriet is gevaarlijk en ongepast in een tijd waar
controle en gelijkmatigheid de toon voeren. Liefdesverdriet wordt
beschouwd als een ongemakkelijke onaangepastheid, in plaats van een
tijdelijke ongesteldheid waar miljoenen mensen cyclisch mee worstelen.

Juist daardoor tikt het verdriet als een tijdbom onder de centraal
verwarmde levens die de stabiliteit van Nederland vormen. Veenhoven: "Het
is een prestatie te noemen dat nog zo weinig mensen op shovels klimmen".

 

 

Home |Over ons |Contact || JudyQ©2006-2015 Blueconnexxion Studio